Over de ongevallenverzekering

De meeste ongelukken gebeuren in en om het huis. U kunt zomaar van een wankel keukentrapje vallen of uitglijden in de badkamer. Ook p straat zit een ongeluk in een klein hoekje. Als deelnemer aan het verkeer loopt u dagelijks risico op een ongeval.

Jaarlijks moeten zo’n 2.4 miljoen mensen medisch worden behandeld als gevolg van een ongeval. De helft van het aantal ongevallen vindt in de privé-sfeer plaats (thuis, op school of tijdens een doe-het-zelfklus. Sport (20%), werk en verkeer (ieder 10%) zijn in mindere mate de oorzaak van een ongeval.

Thuiszitten is duurder dan werken. De financiële gevolgen kunnen een zware wissel trekken op uw toekomst en die van uw gezin. Uw inkomen kan sterk achteruit gaan, zonder dat daar afdoende (sociale) voorzieningen tegenover staan.

Met onze gezinsongevallenverzekering kunt u de financiële gevolgen van een zwaar ongeval opvangen. De verzekering biedt een eenmalige uitkering bij overlijden of blijvende invaliditeit ten gevolge van een ongeval en kent de volgende pluspunten:

  • een extra hoge uitkering bij ernstige blijvende invaliditeit, oplopend tot 300% bij algehele, blijvende invaliditeit;
  • een uiterst gunstige premie
  • geen uitsluiting of premietoeslag voor zware beroepen of motorrijden;
  • geen uitsluiting voor ongevallen als gevolg van een bestaande ziekte.

Wat is een geldreserve?

Een onverwachte rekening, een kapotte wasmachine en een uitnodiging voor een verjaardag. Dit zijn allemaal onvoorziene uitgaven die het je wel eens moeilijk kunnen maken. Gelukkig hebben banken hiervoor een oplossing bedacht, namelijk de zogeheten ‘geldreserve’, of ook wel doorlopend krediet genoemd. Maar wat houdt een geldreserve precies in?

Geld lenen: alleen wanneer het nodig is

Op zoek naar mogelijkheden om zo flexibel mogelijk geld te lenen? Misschien heeft een vorige zoektocht weinig opgeleverd, maar heb je ooit gehoord van geldreserves? Dit is immers een andere manier van geld lenen dan bijvoorbeeld een persoonlijke lening.

Bij een persoonlijke lening betaalt de klant altijd kosten of intresten. Bij een doorlopend krediet leen je alleen geld wanneer je dat ook nodig hebt. Je betaald op die manier ook alleen interesten op het bedrag dat je leent. Leen je niets, dan betaal je ook geen interesten en kosten.

Een geldreserve is een vorm van lenen waarbij gebruikers worden voorzien van een constante nood aan geld. Op deze manier hebben klanten altijd geld ter beschikking om onvoorziene kosten op te vangen.

Alternatief: sparen voor onvoorziene uitgaven
Een alternatief om steeds een reserve te hebben: zelf een spaarpotje opbouwen. Heb je nood aan een geldreserve, maar je wilt hiervoor niet lenen? Overweeg dan om een prepaid kredietkaart aan te schaffen. Je kan maandelijks een bedrag op de kaart zetten en dan alleen gebruiken voor onvoorziene omstandigheden.

Geldreserve goedkoop?

Doorlopende kredieten worden gezien als één van de meest flexibele kredieten van de hedendaagse financiële markt. Maar wat betaal je nou precies aan rente bij een geldreserve?
Over het algemeen is de rente van een geldreserve hoger dan bij andere kredieten. Dat komt door de flexibiliteit dat dit soort lening met zich meebrengt. Daarom is een geldreserve alleen voordelig wanneer het bedrag voor een korte periode nodig is.
Iedere maand brengt de bank de rente in rekening over het bedrag dat aan krediet is opgenomen. De rente gaat over het geldbedrag dat je in het rood staat. Omdat een kaskrediet van onbepaalde duurtijd is, wordt ook de rente maandelijks herzien.

Om te weten te komen wat je gaat betalen aan rente is het altijd van belang te informeren bij diverse kredietverstrekkers. Om een duidelijk overzicht te krijgen, kun je een lening simulatie en/of vrijblijvende offerte aanvragen. Hierna is het aan jou de keuze te maken en de kredietverstrekker met de beste voorwaarden te selecteren.

Hoe open je een spaarrekening?

Ben je op zoek naar de beste kinderspaarrekening? De meeste mensen kiezen automatisch voor hun eigen bank. Of voor het leukste kadootje. Dat hoeft echter niet de logische keuze te zijn.

Hou even in het achterhoofd dat jouw keuze jouw kind kan beïnvloeden. Hij / zij zal waarschijnlijk gewoon bij de bank van zijn kinderspaarrekening blijven.

Kijk dus ook even naar de jongerenrekening. Het lijkt wat ver weg, maar voor je het weet hebben ze een eigen bankrekening nodig. Je kunt immers niet vroeg genoeg opletten wat er mogelijk over een paar maanden of over een paar jaren belangrijk kan gaan worden.

Vraag je dus af wat je met de kinderspaarrekening wilt bereiken. Als het je puur om de rentevergoeding gaat, kun je beter een normale spaarrekening openen en daar het geld van de kinderen op storten.

Als je opvoedkundige doelen hebt, dan wil je een kinderspaarrekening zonder beperkingen. Ofwel een kinderspaarrekening waarop ze geld kunnen storten en geld kunnen opnemen. Wellicht wil je zelfs dat ze hun zakgeld gewoon zelf naar de bank kunnen brengen. Let dan even goed op, want niet alle banken bieden deze mogelijkheid.

Vanaf ongeveer 12 jaar krijg je te maken met jongerenrekeningen.

Eigenlijk een bankrekening voor tieners. Ze kunnen meestal niet rood staan en bij een bank kun je zelfs via SMS of email alerts krijgen als je kinderen een overboeking maken. Je wilt immers wel het beste voor ze, en daar hoort een beetje controle toch ook bij.

Duurzaamheid speelt wellicht ook een rol. Ben je op zoek naar een duurzame bank met idealen? Dat hoeft helemaal niet gepaard te gaan met een lage rente. Want we horen de laatste tijd veel over de lage rentestanden, maar bij een spaarrekening openen is het vooral een kwestie van je goed informeren en je mag ook rustig ook vragen om een beetje hogere rente.

Want als je daar naar vraagt krijg je toch al snel een paar tienden van een procent cadeau, en lang niet alleen bij je eigen bank.

Kijk dus goed om je heen, informeer je over de mogelijkheden bij je eigen en bij andere banken. Kijk ook rustig eens bij online aanbieders, want tot een groot bedrag zijn alle spaarrekeningen door de overheid gegarandeerd.

Welke hypotheekvormen zijn er?

Annuïteitenhypotheek

De aflossing en de rente zijn zó berekend, dat u gedurende de hele looptijd van de hypotheek – bij ongewijzigde rente – dezelfde bruto maandlasten heeft. In de beginperiode bestaat dit bedrag voornamelijk uit rente, de laatste jaren vooral uit de aflossing van uw hypotheek. Deze hypotheekvorm biedt u de zekerheid dat u aan het eind van de looptijd uw hypotheek volledig heeft afgelost.

Lineaire hypotheek

U lost periodiek, meestal maandelijks, een vast bedrag van de hypotheeksom af. Door de aflossing wordt uw hypotheekschuld kleiner, waardoor u steeds minder rente betaalt. De eerste jaren zijn uw woonlasten relatief hoog. Naarmate u meer heeft afgelost, worden uw woonlasten lager.

Traditionele levenhypotheek

U betaalt gedurende de looptijd alleen rente, geen aflossing. De premie die u betaalt voor uw levensverzekering wordt belegd. Zo spaart u een kapitaal bijeen waarmee u aan het eind van de looptijd uw hypotheek in één keer aflost. Uw verzekering komt tot uitkering op een vooraf overeengekomen datum of bij eerder overlijden. Het eindkapitaal van de levensverzekering is gegarandeerd. Als gevolg van eventuele extra winst die de maatschappij op de beleggingen behaalt, kan -boven de gegarandeerde uitkering- een extra bedrag tot uitkering komen.

Zijn de rendementen van de verzekeraar lager dan verwacht, dan blijft u mogelijk met een restschuld zitten.

Spaarhypotheek

Gedurende de looptijd van de hypotheek lost u niets van uw lening af. U betaalt alleen rente over de hypotheekschuld en premie voor uw spaarverzekering. Met deze verzekering bouwt u het aflossingsbedrag op. De rente die u over uw spaarpremie ontvangt, is gelijk aan de rente die u over uw hypotheek betaalt. De einduitkering is volledig gegarandeerd. U weet dus zeker dat u op de einddatum uw hypotheek met het opgebouwde aflossingsbedrag in één keer kunt aflossen.

Beleggingshypotheek

U spaart met beleggingen het eindkapitaal bij elkaar. Tijdens de looptijd lost u niets af, u betaalt alleen hypotheekrente en premie. Uw beleggingen vinden plaats binnen een verzekeringsconstructie, met de daaraan eventueel verbonden fiscale voordelen. U bepaalt zelf in welke fondsen uw premie wordt belegd. De einduitkering is afhankelijk van het behaalde beleggingsresultaat. Behaalt u goede resultaten met uw beleggingen, dan kan het vermogen aan het eind van de looptijd zelfs hoger zijn dan het aflossingsbedrag.

Effectenhypotheek

U lost gedurende de looptijd niets af. Omdat er geen levensverzekering wordt gekoppeld, betaalt u geen spaarpremie maar alleen rente. U investeert rechtstreeks in een effectenportefeuille en/of beleggingsfondsen. Met deze directe beleggingen bouwt u een voorziening op, die u gebruikt om de hypotheek af te lossen. Omdat de opbrengsten van uw beleggingen niet gegarandeerd zijn, is het eindkapitaal onzeker.

Aflossingsvrije hypotheek

U betaalt alleen rente over het geleende bedrag. Hierdoor maakt u optimaal gebruik van de hypotheekrente aftrek. Gedurende de looptijd betaalt u geen aflossing en ook geen verzekeringspremie waarmee u het eindkapitaal opbouwt. De aflossing van de lening vindt plaats bij verkoop van de woning of bij overlijden, bijvoorbeeld met een erfenis.

Gemengde hypotheek (of lifestyle hypotheek)

Een goede hypotheek sluit nauwkeurig aan op uw persoonlijke wensen en mogelijkheden. Daarom is een combinatie van hypotheekvormen soms de beste oplossing voor u. Zo kiest u bijvoorbeeld gedeeltelijk voor de veiligheid van een spaarhypotheek en gedeeltelijk voor een financieel aantrekkelijke, maar risicodragende beleggingshypotheek. Met een goed advies van onze ervaren hypotheekspecialist komt u daar zeker uit!

Einde autoverzekeringen nabij?

De techniek staat niet stil en zeker niet als het om auto’s gaat. In de voorbijgaande jaren werd er steeds een handigheidje toegevoegd. Denk aan de parkeersensoren die helpen inparkeren of dit zelfs helemaal uit handen van de bestuurder nemen. Het elektrisch rijden heeft zijn intrede gedaan en deze wagens zien we al steeds vaker om ons heen. En last but not least komen de zelfsturende auto’s er ook snel aan als we de berichten mogen geloven. Zouden deze een einde maken aan het fileprobleem en zijn verkeersongelukken met de daarbij behorende slachtoffers dan verleden tijd?

Man versus machine

Computers maken nooit fouten wordt weleens beweerd. En dus zou het zo kunnen zijn dat met de komst van de autonome auto geen of in ieder geval minder ongevallen op de weg voorkomen. Dat zou de verschillende autoverzekeraars mogelijk in gevaar brengen. Die halen het grootste gedeelte van de inkomsten uit schade ontstaan door botsingen en andere pechgevallen. Mochten deze wegvallen dan blijft er weinig over voor ze, waar moet dan voor verzekerd worden? Je ziet dan ook veel mensen die online een autoverzekering vergelijken om zo een goedkope autoverzekering te vinden. Een ander moeilijke vraag is wie er verantwoordelijk is in een geval van schade met de zelfsturende auto. Is dit dan de fabriek waar deze gemaakt wordt of toch de bestuurder? Deze laatste is eigenlijk alleen maar passagier van de auto geworden. Moeilijk, maar het zal nog lang duren voordat de controle volledig voor de rekening van de auto zal vallen.

Geen menselijke trekjes

Het voordeel van een machinale bestuurder is dat deze altijd hetzelfde stuurt. Dus nooit zijn deze eens wat vermoeid, met de gedachten even ergens anders of ligt de focus op iets anders dan de weg en het verkeer. Ook de snelheid waarmee gereageerd kan worden is vele malen sneller dan dat de mens dit kan. Waarom rijden we dan nog niet met deze wagens? Op dit moment is het nog verboden om in een auto te rijden waarin de controle volledig aan de auto zelf is gegeven. Er zal dus voorlopig nog met de handen aan het stuur gereden moeten worden. Een kwestie van tijd, maar zoals de geschiedenis leert kan er veel gebeuren in een aantal jaar.
Wat eigenlijk wel zal moeten blijven bestaan is de allrisk autoverzekering die ook diefstal van uw auto verzekerd. Want zelfsturend of niet, auto’s worden al jaren en jaren gestolen en zullen in de toekomst ook nog gestolen gaan worden, hoe goed de beveiliging ook zal worden. Alleen wat dat al betreft is de kans niet zo groot dat de autoverzekering uiteindelijk zal verdwijnen, maar de toekomst zal het leren. Wij zijn in ieder geval benieuwd.

Wat te doen met je geld?

In dit artikel worden de opties genoemd over wat jij met jouw geld kan doen. Geld levert op de bankrekening natuurlijk tegenwoordig bijna niks meer op, dus moet je iets anders vinden om met je geld te doen. Na het lezen van dit artikel weet jij wat je met jouw geld kan doen.

Buffer

Iedereen heeft een buffer nodig. De overheid adviseert om een buffer te hebben van een hoeveelheid geld die gelijk staat aan het bedrag wat jij maandelijks besteedt aan vaste lasten, keer 6. Dus je moet een buffer hebben van 6 keer jouw maandlasten. Geef jij bijvoorbeeld 800 euro uit aan huur en 200 aan eten iedere maand, dan moet jij 6000 euro als buffer hebben. Dit geld mag jij nooit aanraken en moet altijd tot jouw beschikking zijn. Een spaarrekening met een iets hogere rente, maar waar je wel dagelijks je geld op kan nemen heeft hier de voorkeur.

je geld beleggen

Beleggen is een goede besteding van je geld. Op de lange termijn levert beleggen vrijwel altijd wat op. Dit kan wel variëren tussen de 7 en 20 procent per jaar! Vergelijk dit maar eens met de magere 0,02 procent op je spaarrekening. Zelfs met jaren dat het slecht gaat op de beurs meegerekend, zal jij altijd meer verdienen met beleggen dan met sparen. Het is dan ook verstandig om het grootste gedeelte van jouw geld te beleggen.

Waarin beleggen?

Je vraagt je misschien af waarin je moet beleggen. Dit is heen hele ingewikkelde vraag. Het belangrijkste is dat je met jouw beleggingen zo veel mogelijk spreiding hebt. Beleg nooit in één branche of in één aandeel. Spreidt je kansen, zodat jij zo min mogelijk risico loopt. Beleg ook nooit alleen in aandelen. Aandelen zijn riskanter dan andere beleggingen. Als er een beurscrash optreedt zoals in 2008, zullen aandelen het grootste verlies bieden. Echter, zolang het goed gaat in de financiële wereld, zullen aandelen wel het meeste opleveren. Er moet dus een goede verhouding zijn tussen risico en veiligheid. Als regel kan je gebruiken dat hoe ouder je bent, hoe lager het percentage aandelen moet zijn in je beleggingen. Hoe jonger je dus bent, hoe meer je in aandelen kunt beleggen.

Beleggen in kunst

arte-designo-glaskunst

Een andere manier van beleggen is bijvoorbeeld waardevolle auto’s of kunst kopen als investering in de hoop dat het meer waard wordt in de toekomst. Ook bij deze vorm van beleggen is er een zeker risico dat je belegging minder in plaats van meer waard wordt, maar als je je goed laat adviseren over kunst door een expert kan het kopen van kunst een hele zinvolle belegging zijn.

Conclusie

Hou een deel van je geld altijd over in een buffer. Zo zorg jij ervoor dat als je tijdelijk zonder baan komt te zitten, jij toch nog je huishouden kan betalen. De rest van je geld kan belegd worden. Ook is het verstandig om een deel van je geld gewoon te laten staan op een plek spaarrekening met een hoge rente. Op deze manier loop je geen risico op verlies van geld. Het percentage wat op een spaarrekening staat is echter wel het beste lager dan het percentage belegd geld.

Hoe is geld ontstaan

Hoe is geld ontstaan?

Het gebruik van geld als ruilmiddel is al heel oud, maar voordat het geld werd uitgevonden, werd er al veel langer ruilhandel gedreven. En dat is ook heel logisch, want naarmate de mens in de oudheid steeds gedrevener werd in het produceren van levensmiddelen ontstonden er na verloop van tijd steeds meer “specialisaties”. Denk bijvoorbeeld aan de kippenhouders in de oudheid die steeds meer routine kregen in hun werkzaamheden, en op een gegeven moment een veel grotere eierenopbrengst kregen dan ze met hun eigen gezinnen konden gebruiken. Maar zo’n kippenhouder kende op zijn beurt bijvoorbeeld ook weer andere boeren met een overschot aan groenten, brood,  en vlees. En zo is de ruilhandel ontstaan. Er werden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over de hoeveelheid eieren die gelijkstond aan de waarde van één brood. En zo profiteerde iedereen van elkaar.

De nadelen van ruilhandel

Ruilhandel heeft een aantal grote nadelen: over de waarde van een product moest telkens opnieuw onderhandeld worden; er was niet altijd evenveel vraag en aanbod, met overschotten en tekorten als gevolg; en de producten die als ruilmiddel gebruikt werden, waren over het algemeen bederfelijk, waardoor het niet mogelijk was om te sparen. En deze nadelen hebben er uiteindelijk voor gezorgd dat het geld werd bedacht.

Goederengeld – de voorloper van het werkelijke geld

Bepaalde goederen konden wel opgespaard worden, hadden een vaste waarde, en waren altijd gewild. Denk bijvoorbeeld aan vee, schelpen, maar in het Romeinse Rijk ook het moeilijk te winnen zout. Deze goederen waren bovendien veel waard per gewichtseenheid, en ze waren ongevoelig voor inflatie. Deze goederen konden omgeruild worden, terwijl men er niet meteen gebruik van hoefde te maken, en een later kon het ook weer omgeruild worden voor een ander product.

Goud als geld, en het ontstaan van de eerste banken

Alexander de Grote was de eerste in de geschiedenis die de kwaliteit en het gewicht van goud vast liet stellen, en er vervolgens munten met een stempel van liet slaan. Gouden munten waren dus eigenlijk de eerste vorm van echt geld.
Echter, het gebruik van goud als geld bleek een groot risico met zich mee te dragen. Het transport van geld van grote betalingen werd een geliefd doelwit voor rovers. Vandaar dat de eerste banken werden uitgevonden. Zo´n bank gaf aan een klant een zogenaamde wissel mee; een ondertekend papier dat ingewisseld kon worden voor goud. Echter, in de praktijk werden deze wissels niet zo vaak ingewisseld. En zodoende ontstonden na verloop van tijd de bankbiljetten: geld van papier.

Plastic geld en digitaal geld

Met de huidige techniek is het mogelijk geworden om het transport en het bezit van geld nog veiliger te maken. Zo werd in de jaren ’50 van de vorige eeuw de credit card uitgevonden; een manier om geld uit te geven, zonder dat er fysiek geld over de toonbank ging.
En wie gebruikt er tegenwoordig geen pinpas, of ov-chipkaart? Het geld waarmee u in deze gevallen betaalt, is volledig digitaal, en bestaat dus alleen uit eentjes en nulletjes.